VERSLAVINGSCOACH ESTERELLE: ‘LAAT DAT WIJNTJE STAAN, JUIST ALS DE LOCKDOWN JE ZWAAR VALT’

Je zit thuis en je drinkt wat. Het klinkt misschien niet meteen als een groot probleem, maar in dat nonchalante alcoholgebruik schuilen wel degelijk risico’s.

De ene helft van de bevolking stort zich op hun alcoholvrije Dry January maand, de rest heeft daar weinig tot geen zin in. Herstel- en verslavingscoach Esterelle van Zanten vertelt hoe we verantwoord kunnen omgaan met drankgebruik in tijden van corona.

Denk je dat de coronacrisis een grote rol in speelt in de toename van alcoholgebruik? 
“Absoluut, we bevinden ons in een langdurige crisis en mensen weten niet hoe ze daarmee om moeten gaan. Het gaat over grote thema’s: hoe behoud je je baan, hoe blijf je gezond, hoe maak je het beste van de situatie met een gezin op je lip? Er wordt veel van je gevraagd en communicatie verloopt anders, omdat je vrienden en familie veel minder ziet. Mensen vinden het lastig om te praten over wat hen nu écht dwarszit.

Deze crisis is complexer en verwoestender dan wat we tot nu toe hebben meegemaakt, dus trekken we sneller een fles drank open om die gevoelens van onmacht te verdoven. Op langere termijn zullen daar veel mentale en verslavingsgerelateerde problemen uit voort kunnen komen.”

Is een extra wijntje tijdens het avondeten dan al iets waar je op moet letten?
“Het is wel een gevaarlijke gewoonte om te ontwikkelen. Zo’n glas geeft je dopamineniveau een opkikker en daarmee jou een relaxed gevoel. Hoe vaker je ‘even een wijntje’ neemt, hoe sneller jouw lichaam die kleine dopamine-kick als normaal ziet. Het gevolg is dat je meer alcohol wilt drinken om dat ontspannen gevoel te behouden. Je belandt al snel in de gevarenzone, ook al voelt het niet zo.

Je bent bijvoorbeeld al een ‘zware drinker’ als je als vrouw eens per week meer dan vier glazen op een avond drinkt, en stevige drinkers lopen een groter risico om in een verslaving te belanden. Laat dat wijntje dus liever staan, ook als de quarantaine je zwaar valt. In tijden van crisis moeten we onszelf juist beter verzorgen, niet slechter.”

Vier glazen per week is dus al voer voor verslaving?
“De meeste mensen denken dat verslaving draait om elke dag drinken of overdag drinken. Het draait niet alleen om hoeveelheid, maar ook om afhankelijkheid. Als jij met jezelf afspreekt om alleen in het weekend te drinken en je merkt dat je elke week op woensdag al zin hebt in een drankje, dan is er al sprake van alcoholafhankelijkheid. Heel veel mensen hebben dat, maar herkennen het niet.

Begrijp me niet verkeerd: ik ben echt niet anti-alcohol. Wil jij af en toe genieten van een lekker glas wijn? Dat snap ik. Wat ik wil bereiken is dat mensen weten wat voor gevolgen dit ongemerkt op je consumptiepatroon kán hebben. Daarom vind ik initiatieven als Dry January heel goed. Het laat mensen soms ineens inzien dat hun behoefte aan alcohol sterker is dan ze dachten.”

Lees ook
Wat levert een alcoholvrije maand op? Dit zeggen experts over Dry January

Wanneer zoeken mensen hulp voor hun alcoholgebruik?
“De drempel om hulp te zoeken is vaak heel hoog door angst en schaamte. De meeste mensen die hulp zoeken zijn zoals jij en ik. Hun leven lijkt goed op orde, maar ze hebben wél een gewoonte waar ze vanaf moeten. Die betrappen zichzelf op gedachten als ‘ik snak op maandag al naar het wijntje dat ik vrijdag pas wil drinken’ of ze realiseren zich hun eigen patronen zodra iemand in hun omgeving stopt met drinken. Het alcoholgebruik sluipt er bij het overgrote deel van de mensen gewoon in.”

Hoe pas je je consumptiepatroon aan?
“Wil je simpelweg minderen? Dan ben ik altijd een groot voorstander van bier of wijn vervangen door alcoholvrije varianten,  die worden echt steeds beter. Als de afhankelijkheid bij iemand groter is, geef ik altijd mee dat je alcohol moet zien als een soort allergie. Iemand met pinda- of koemelkallergie geef je nooit pinda’s of koemelk. Zo werkt het ook voor alcohol. Drink het gewoon helemaal niet, want verder mag je bijna alles eten en drinken wat er bestaat. Je moet niet kijken naar wat niet kan, maar kijken naar wat er nog wél mogelijk is.”